ЧЕГО: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

ЧЕГО

чего́
( pron. ; 0)
1 Spreek. (als adv. ) waaróm;
waarvoór, met welk doel;
om welke réden
чего́ ты его́ всё вре́мя дра́знишь?! — wat plaag je hem toch altíjd?!

2 Stijl. (als pron. interr. en conj. ) wat;
wat voor;
welke
они́ деру́тся, а мне-то чего́ ? — ze líggen met elkáar overhóop, maar wat kan ik er aan doen?;
чего́ и говорить́ — wat je zegt, zo is het maar net;
чего́ ещё жела́ть!́ — wat wil je nog meer!;
чего́ изво́лите?́ Arch. ( ir. ) — waarmeé kan ik u van dienst zijn?

3 Spreek. iets, één of ánder;
dit of dat
в слу́чае чего́ Spreek. — mocht er iets gebéuren, als er iets gebeurt;
чего́ до́брого́ ( — tussenv.: wanneér iets onwenselijks wordt verwacht) misschíen zelfs (wel);
je weet maar nooit, voor je het weet, je kunt eróp wáchten;
чего́ и вам жела́ю — ik help het je wénsen;
нет ли чего́ но́вого — is er nog nieuws?;
чего́ уж там́ — laat maar;
( — met inf.) wat heeft het voor zin om