СЛАВА: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

СЛАВА

сла́ва
f
1 glórie, roem, eer
он сла́ва стра́ны — hij is de glórie van zijn land;
сла́ва [3]! — húlde aan …!;
сла́ва бо́гу!́ Spreek. [ — hij is weg] blij toe!, gelúkkig!, goddánk;
у него́ всё не сла́ва бо́гу́ Spreek. — bij hem er is altíjd wat aan de hand;
была́я́ сла́ва — vergane glórie, de roem van weléer;
во сла́ву [2] — ter verhéerlijking van;
сла́ва Го́споду́ на небеса́х — ere zij God in den hogen;
гре́ться́ в луча́х сла́вы — van z'n roem gemeten;
доби́ться́ сла́вы — roem behálen;
на сла́ву Spreek.
1 (als adv. ) práchtig, uitstékend, fantástisch, wónderwel (vóelen, gelúkken e.d. )
2 (ais pred. ) goed gelukt;
выступле́ние, удало́сь на сла́ву — het óptreden werd een groot succes;
получи́ться на сла́ву — voortréffelijk lúkken;
неме́ркнущая/неувяда́емая́ сла́ва — nímmer tanende roem;
покры́ть́ сла́вой — z. met roem overláden;
стяжа́ть́ сла́ву ☺ — roem behálen;
увенча́ть/ ове́ять́ [4] сла́вой — iem. met roem overláden

2 beróemdheid, fáam, reputátie, roep, vermáardheid
дурна́я́ сла́ва — berúchtheid;
slechte fáam;
получи́ть дурну́ю́ сла́ву — in diskrediet ráken;
к нему́ пришла́ мирова́я́ сла́ва — hij werd wereldberóemd, hij kreeg wéreldfaam;
по́льзоваться́ хоро́шей/до́брой/дурно́й сла́вой — een goede/slechte reputátie hébben, goed/slecht aangeschreven staan;
по́льзоваться́ сла́вой [2] — de fáam geníeten van;
лиши́ться пре́жней́ сла́вы — van z'n vóetstuk vállen;
то́лько́ (одна́) сла́ва, что … Stijl. — het heeft alléen maar de naam van …[, maar in wézen is het …]

3 Spreek. geruchten, roddels