ЖОПА: значение слова

жо́па
f
grof
1 kont (ook als het áchterste of onderste gedéelte v. iets), reet
взять́ [3] за жо́пу — iem. op héterdaad betráppen;
рвать на жо́пе во́лосы́ — spijt van iets hébben;
как из жо́пы вы́нутый́ ( v. — voorwerpen) er belábberd úitzien;
быть в глубо́кой́ жо́пе — in de penárie zítten;
дать́ [3] по жо́пе — iem. een schop voor z'n reet géven;
у [2] в жо́пе де́тство́ игра́ет — met z'n hoofd in de wolken lópen;
ду́мать́ жо́пой — een blúnder begáan, blúnderen;
засу́нь́ э́то себе́ в жо́пу — steek die maar in je reet!;
ну́жен как в жо́пе зуб́ — dat kan ik míssen als kíespijn, nódig als een haar in de soep;
иди́́ в жо́пу — je kan m'n reet líkken;
ковыря́ть́ в жо́пе — lánterfanten;
жо́па на колёсах́ ( — scherts.) klóotzak;
kluns, knóeipot;
лезть́ [3] в жо́пу — iem. in z'n kont krúipen;
лиза́ть [3] жо́пу — iem.s reet líkken, stróoplikken;
приста́ть как ба́нный лист́ к жо́пе — iem. tot last zijn, blijven plákken aan iem.;
без мы́ла в жо́пу лезть — een echte stróoplikker zijn;
натяну́ть́ [З] глаз на жо́пу
1 iem. áfranselen/aframmen
2 iem. bedríegen;
ши́ре жо́пы не пёрнешь — vulg, íeder heeft z'n beperkingen;
у [2] песо́к из жо́пы сыпится — hij/ … wordt oud en seníel;
показа́ть́ жо́пу
1 z'n mínachting tónen, negéren
2 er vandóor gaan;
иска́ть на свою́ жо́пу приключе́ний́ — vrágen om moeilijkheden;
в жо́пу пья́ный́ — stómdronken;
у [2] ру́ки́ из жо́пы расту́т — het áchter de mouw hébben;
сравни́ть́ жо́пу с па́льцем — appels met peren vergelíjken;
хи́трая́ жо́па — slímmerik;
на ка́ждую хи́трую́ жо́пу есть хуй (с) винто́м — vulg, er is altíjd baas bóven baas;
хоть́ жо́пой ешь — een heleboél;
целова́ть́ [4] в жо́пу — iem.s reet líkken, stróoplikken;
че́рез́ жо́пу — op een klunzige maníer;
ши́ло́ у [2] в жо́пе — hij/ … is erg ongedúldig/zénuwachtig;
язы́ќ к жо́пе прили́п — hij heeft z'n tong verlóren
●
2 (schimp.) klóotzak