ХУЙ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

ХУЙ

m
vulg.
1 lul, pik, píemel
нет
бубе́й хуй ху́ем бей!́ — ongelúkkig in het spel, gelúkkig in de líefde;
хуй валя́ть́ и к сте́нке приставля́ть — róndhangen en niks doen;
да я его́ на хую́ ве́ртел́ — hij kan me geen ruk schélen/me m'n rug op/me de bout háchelen;
хуй с винто́м
1 slimme truc
2 sluw iem.;
где была́ пра́вда, там хуй вы́рос́ — je zult er nooit áchter kómen;
ху́ем гру́ши́ окола́чивать — geen moer úitvoeren;
придётся здесь хуй узло́м завяза́ть́ — je moet hier een knoop in je lul léggen (er zijn weinig vróuwen);
у него́ хуй мёдом́ нама́зан — hij heeft hóning aan zijn lul, hij heeft súiker op zijn pik (veel succes bij de vróuwen);
хуй моржо́вый/соба́чий́ ( — schimp.) klóotzak;
хуи́ пина́ть́ — róndhangen, lúmmelen;
и́ли хуй попола́м,́ и́ли пизда́ в дре́безги
1 koste wat het kost
2 dat lukt 'm nooit;
пососи́́ хуй ! — je kunt me de bout háchelen!, lik m'n reet!, krijg de zíekte/klére/pest!;
вме́сто све́чки хуй [3] поста́вить́ — een dóde bekládden;
хуй пуши́стый́ ( — schimp.) verwaande kérel;
и ры́бку съесть, и на хуй сесть́ ( gez. ) — van twee walletjes wíllen éten;
хуя́ тебе́ соба́чьего́ — dikke lul voor je!, ik denk er niet óver!;
с ху́я сорва́ться — dol wórden;
ты что, с ху́я сорва́лся? — waar heb je je hele léven gezéten? (gezegd tégen iem. die een algeméen bekénd feit niet weet);
соси́ хуй в прокурату́ре ( — als reáctie op de vraag всё в ажу́ре? álles oké?) m'n reet (ontkénning);
не счита́ть́ [4] за́ хуй — niet seriéus némen;
он на неё хуй то́чит́ — hij geilt op haar;
на чужо́м́ ху́ю в рай въе́хать — mísbruik van iem. máken

2 (schimp.) lul, klóotzak, éikel
3 (i.p. v. man) lul, gózer, kérel
4 (als versterkend woord bij ontkénning) bal, moer, flíkker, dónder, pest, (sode)míeter, kloot, reet
ни хуя́ — geen moer/flíkker/ snars/bal;
ей бы́ло ни хуя́ не интере́сно — het interesseerde haar geen bal/moer/ …;
ни хуя́ не зна́ет о [6] — hij weet geen bal/moer/ … van;
э́то ни к ху́я́м не годи́тся — daar heb je geen bal/moer/ … aan, dat dient helemaál nérgens toe;
ему́ оди́н́ хуй, кто ты есть! ( — onverschílligheid) het kan hem geen bal/ moer/ … schélen wie je bent

5 (als prt. /vraagwoord) wat;
waarvoór, waaróm
a хуй ли он говори́л, что лю́бит пи́во — waaróm zei hij verdómme dat hij van bier houdt?;
а хуй/како́го хуя́ те(бе) здесь на́до? — wat moet je hier?;
на́ хуя́ — waarvoór;
на хуя́ козе́ бая́н — dat is geen moer/cent waard;
на хуя́ попу́ гармо́нь — dat is geen moer/cent waard

6 (ais versterkend prt. ) verdómme, verdómd
хуй ты ему́ объясни́шь — je bent niet in staat hem ook maar iets uit te léggen;
он хуй бы отда́л ей де́ньги — ze kan flúiten naar 't geld dat ze van hem krijgt
▱ ху́я (вам) ik denk er niet óver;
( — a) хуй вида́л!́ mórgen bréngen!;
не́ хуя выёбываться́ — er is geen enkele réden om;
с гу́лькин́ хуй — een heelklein béetje, heel weinig;
ноль це́лых, хуй деся́тых — nul kómma nul/niets;
шу́тки, шу́тки, а хуй в желу́дке́ — ik kan wel tégen een grápje, maar nu ga je te ver;
хуй его́ зна́ет́ — hoe moet ik dat wéten!;
хуй зна́ет куда́ — God mag wéten waar (naartoe);
хуй тебе́ в зу́бы́ — krijg de zíekte/klére/pest!;
хуй кто́ — ménigeen;
хуй тебе́/те на по́стном ма́сле!́ — dikke lul voor je!, ik denk er niet óver!;
иди́/пошёл на хуй ! — krijg de téring!, val dood!, loop naar de blíksem!;
а пошли́ они́ на́ хуй ! — ze kúnnen naar de klóten lópen!;
уе́хать на́ хуй — voorgóed/met de nóorderzon vertrékken;
ни хуя́ себе́ пода́рочек! — een mooie boel is dat';
э́то мне на́ хуй/на хуя́ не ну́жно — ik kan het míssen als kíespijn, wat moet ik daar nou mee?;
по́ хую/хуй [3] — koud láten;
мне его́ угро́зы по́ хую — zijn bedreigingen láten me koud;
пошёл́ к хуя́м! — krijg de téring!, val dood!;
хуй с ним — laat 'm dóodvallen!;
ни хуя́ себе́́ — niet slecht;
(а) хуя́ не хо́чешь? — mórgen bréngen!;
хуй цена́́ в база́рный день — absolúut wáardeloos;
хуй чего́́ — heel wat