ДРАТЬ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

ДРАТЬ

( if
6°b/c; p.pretp. ?)
1 verschéuren, kapotscheuren
драть оде́жду́ — kléren verschéuren

2 [schoenen] stúklopen
драть о́бувь́ — z'n schoenen stúklopen

3 ( pf содра́ть) áftrekken, áfscheuren, lóstrekken
драть шку́ру
1 víllen
2 ( ovdr. ) een poot úitdraaien

4 ( pf содра́ть) Stijl. overvrágen, een poot úitdraaien
драть [4] втри́дорога́ — iem. schandálig overvrágen;
драть с живо́го́ и мёртвого — iem. een poot úitdraaien, naakt úitkleden ( ovdr. )

5 ( pf задра́ть) Stijl. ( v. dieŕ ) [prooi] verschéuren
волќ задра́л оле́ня — de wolf verscheurde het hert;
драть зерно́́ dial. — graan ontvliezen

6 ( pf вы́драть) Spreek. áfranselen
драть кнуто́м — er met de knoet van langs géven;
чёрт́ его́ дери! ↓ — de dúivel hale hem!

7 Spreek. (ópen)krábben, schuren
бри́тва́ дерёт — het schéermes schraapt;
го́рло́ дерёт — dat irriteert de keel;
драть го́рло/гло́тку Stijl. — een keel ópzetten;
э́тот со́ус дерёт рот — die saus prikt

8 Spreek. (aan háren, oren) trékken, een ruk géven
драть за во́лосы́ — iem. aan het haar trékken;
драть зу́бы ☻ — kíezen trékken;
моро́з́ по ко́же дерёт от [2] ( v. — kou, angst) kippenvel kríjgen van;
драть нос Stijl. — dik doen, z. een air géven;
драть [3] у́ши́ Stijl. — iem. aan z'n oor trékken

9 Stijl. hard rénnen
драть во все лопа́тки́ — op de vlucht slaan

10 vulg. néuken, náaien