УПУСТИТЬ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

УПУСТИТЬ

упусти́ть
( pf ; if упуска́ть; tr. )
1 ((из [2])) láten schíeten/vállen (uit), lóslaten
упусти́ть пе́тлю́ ( — bij bréien) een steek láten vállen;
упусти́ть из руќ [4]
1 iets uit z'n hánden láten schíeten/vállen
2 ( ovdr. ) iets door z'n vingers láten glíppen

2 ((из [2])) [iem., een vógel e.d. ] láten gaan;
láten (ont)glíppen, láten ontsnáppen ((uit))
упусти́ть из ви́ду́ — uit het oog/zicht verlíezen, geen acht slaan op

3 [momént, gelégenheid] voorbíj láten gaan, láten slíppen;
[momént, kans] míssen, verzúimen;
[kans] láten schíeten, wéggeven;
(nooit meer hébben) [kans] vergóoien
упусти́ть возмо́жность/слу́чай́ — de gelégenheid/een kans voorbíj láten gaan, de/z'n kans míssen/niet gríjpen/láten líggen, er naast gríjpen, het lélijk láten líggen;
он упусти́л возможность/слу́чай — hij heeft het lélijk láten líggen;
упусти́ть удо́бный слу́чай — een goede/mooie kans láten schíeten, een goede/mooie kans aan z'n neus voorbíj láten gaan;
слу́чай упу́щен — de kans is verkeken;
э́того слу́чая я не упущу́ — déze gelégenheid zal ik mij niet láten ontgáan;
упусти́ть гла́вное́ — z. in details verlíezen;
нагна́ть упу́щенное — de áchterstand ínhalen;
я своего́́ не упущу́ — ik laat me de kaas niet van het brood éten ( ovdr. );
упусти́ть своё сча́стье́ — z'n gelúk vergóoien